Een gladde, bubbelvrije gellak? Yes please! Maar hoe frustrerend is het als je net klaar bent en⦠daar zijn ze weer: luchtbellen. Geen paniek, want met de juiste tips werk jij voortaan als een echte pro.
Waarom ontstaan er bubbels in gellak?
Bubbels in je gellak zijn vaak het gevolg van meerdere factoren die je makkelijk kunt vermijden met wat extra aandacht.
- Te dikke lagen: wanneer je te veel product in één keer aanbrengt, kan de lak de lucht niet goed afvoeren en ontstaan er blaasjes die tijdens het uitharden gevangen blijven.
- Slechte voorbereiding: vuil, stof of vet op de nagelplaat zorgen ervoor dat de gellak niet egaal hecht, waardoor er lucht onder de lak kan komen.
- Schudden van het flesje: dit lijkt onschuldig, maar veroorzaakt minuscule luchtbelletjes in de formule die tijdens het lakken zichtbaar worden op je nagels.
- Onvoldoende droogtijd tussen lagen: als je te snel doorgaat met de volgende laag, krijgen de vorige niet genoeg tijd om volledig uit te harden, waardoor de lagen niet goed op elkaar aansluiten en er lucht wordt opgesloten.
Zo voorkom je bubbels in je gellak
1. Bereid je nagels goed voor
Een perfecte gellak start met een perfecte basis. Reinig je nagels altijd grondig met een nagelcleaner of alcohol om vuil, vet en stof volledig te verwijderen. Duw je nagelriemen zachtjes terug zodat de lak niet over losse huid komt, want dat kan lifting veroorzaken. Gebruik een fijne buffer om de natuurlijke glans van je nagels lichtjes weg te halen, zodat de lak beter hecht. Vergeet ook niet: raak je nagels daarna niet meer aan met je vingers, want je brengt dan ongemerkt weer vet aan. Een goede voorbereiding voorkomt niet alleen bubbels, maar zorgt er ook voor dat je manicure langer blijft zitten.
2. Gebruik dunne, gelijkmatige lagen
Dikke lagen lak ogen misschien dekkend, maar zijn funest voor een strak resultaat. Gellak is geformuleerd om in meerdere dunne lagen aangebracht te worden. Een te dikke laag droogt niet goed uit, waardoor luchtbelletjes ontstaan of het product gaat rimpelen. Werk daarom altijd met dunne, gelijkmatige bewegingen en zorg ervoor dat het kwastje niet druipt van de lak. Beter drie mooie, dunne lagen dan één dikke rommelige laag vol bubbels.
3. Niet schudden, maar rollen
Het is verleidelijk om een flesje gellak even flink te schudden voor gebruik, zeker als de kleur een beetje is bezonken. Maar dat schudden brengt lucht in de formule en die lucht komt uiteindelijk als bubbels op je nagels terecht. Wil je de lak goed mengen, rol het flesje dan rustig tussen je handpalmen. Zo activeer je de ingrediΓ«nten zonder dat je extra luchtbelletjes creΓ«ert. Het kost misschien iets meer tijd, maar levert een veel mooier resultaat op.
4. Laat elke laag goed uitharden
Geduld is key. Elke laag gellak heeft een specifieke uithardingstijd, afhankelijk van je lamp en het merk van je product. Als je te snel doorgaat met de volgende laag, sluit je niet-uitgeharde lak op, wat leidt tot oneffenheden en luchtbellen. Zorg ervoor dat je hand tijdens het uitharden volledig onder de lamp ligt en blijf liever een paar seconden langer dan te kort. Twijfel je of het droog is? Wacht dan liever nog even. Zo voorkom je niet alleen bubbels, maar ook rimpels of plakkerige plekken.
5. Vermijd hitte en vocht
De ruimte waarin je werkt heeft meer invloed dan je denkt. Hoge temperaturen kunnen de lak dunner maken en de droogtijd beΓ―nvloeden, terwijl vochtigheid β denk aan een warme badkamer of zomerse dag β de chemische samenstelling van de lak kan verstoren. Hierdoor ontstaan sneller luchtbelletjes of een ongelijkmatig oppervlak. Kies daarom voor een koele, droge ruimte met goede ventilatie. Werk je toch in warme omstandigheden? Zet dan een ventilator aan of wacht tot het moment wat gunstiger is.
Tot slot
Met een beetje zorg en aandacht vermijd je voortaan die vervelende bubbels in je gellak. Want eerlijk is eerlijk: een strakke manicure laat je meteen zelfverzekerder voelen. Dus: lak ze strak, bubbelvrij Γ©n met flair!